Tennis
Padel

Column - De gevoelige snaar - mei 2023

Gezellig op de bank (28/05/2023)

Het is geleden van de tijd dat we misdienaar waren dat we nog eens zo vroeg zijn opgestaan op een zondag! De plicht en Roland Garros riep evenwel. Net als de spelers wilden wij de start van dit grandslamtornooi niet missen.
Na alweer drie grandslamafspraken thuis gezellig op de bank gezeten te hebben is het altijd weer aanpassen om zo’n superevent – er was een beetje volk vandaag aan de Porte d’Auteuil – aan te vatten.

Zo moesten we vanmorgen al vroeg uit de veren – Paris s’éveille, letterlijk – omdat we uitgenodigd waren om het 50-jarig partnerschap tussen BNP Paribas en Roland Garros in de verf te zetten. Tenminste dat deden ze zelf met de opvoering van enkele prominente (ex-)spelers zoals Felix Auger-Aliassime, Justine Henin, Jo-Wilfried Tsonga, Patrick McEnroe en Amélie Mauresmo. Nu kunnen wij makkelijk wat lacherig doen over sponsoring of het plichtmatig vernoemen van de naam BNP Paribas – voilà, dat is ook weer gedaan – in elke tweede zin maar in dit geval kan er toch niet naast gekeken worden dat deze grootbank heel wat betekent heeft voor het mondiale tennis.
Niet alleen zijn ze dus al 50 jaar vriend aan huis in Parijs maar ook de Belgische tennisfederaties, en dus de spelers, genieten al vele jaren van de steun van deze van oorsprong Franse bank. Wij mochten trouwens ook even proeven van de betere lounges van de bank op de derde verdieping van de court Philippe Chatrier, waar het uitzicht enkel overtroffen werd door de champagne. Ah nee, sorry, daar bleven we toch even op onze honger. Na 50 jaar partnerschap hadden we toch verwacht dat ze zouden weten dat een tennisjournalist op elk moment van de dag open staat voor prikkelende inhoud. Maar goed, we laafden ons dan maar aan het discours van Tsonga en Henin die als ambassadeurs de honneurs waarnamen. En kregen we te horen dat de actie ‘Chaque point compte’ 1 euro geeft aan een goed doel per gespeeld punt in één van de tien door hen gesponsorde tornooien. Om hun verjaardag nog wat meer allure te geven trokken ze dat door naar de avondpartij op Roland Garros tussen lokale helden Ugo Humbert en Adrian Mannarino waarbij elk punt zelfs 10 euro in het laatje bracht. Ergens in het stadion hoopten enkele mensen op de langste vijfsetter in de Parijse geschiedenis.
Elk punt telt, is zonder twijfel zeker ook een gedachte die nog enkele keren door het hoofd van David Goffin zal dwarrelen de volgende dagen. Wij hebben te doen met de Luikenaar. Bij momenten was hij baas op de baan maar op andere ogenblikken ook meid van alle werk. Hubert ‘Hubi’ Hurkacz mag dan een vriendelijke reus zijn – gezien hoe hij bij die tuimeling van Goffin in de vijfde set snel de handdoek bracht? – maar dat neemt niet weg dat hij ongemeen zwaar kan uithalen met opslag en forehand. Schone speler. Goffin was achteraf zeker te spreken over zijn partij maar weet ook dat hij vooralsnog de diepe regelmaat mist om dat soort wedstrijden over de streep te trekken. De hoogtes zijn al wat hoger dan voorheen maar de laagtes zouden nog wat omhoog moeten, als u begrijpt wat wij bedoelen. Alleszins, door de vele nederlagen dit jaar mag hij de volgende weken in challengers en de kwalificaties van Wimbledon gaan zwoegen. Geen sinecure, want daar telt elk punt dubbel.
Wij zouden hier nog rustig kunnen opscheppen over ons dubbel werk maar vertellen u liever over dat van een Belgische speelster die eigenlijk al een tijdje gezellig thuis op de bank had kunnen zitten. Kirsten Flipkens treed hier niet alleen in het dubbelspel aan met Shelby Rogers maar daarnaast is ze tevens ook al enkele maanden als consultante in dienst bij Karolina Muchova. Wij vinden dat een uiterst interessante combinatie en eentje die lijkt te werken ook. Vandaag klopte de Tsjechische alleskunner alvast achtste reekshoofd Maria Sakkari. De bonus voor ‘Flipper’ kan alvast op de rekening van een bekende bank worden gestort. Zeker omdat de samenwerking, volgens onze bronnen, startte, op Indian Wells. U weet wel, dat tornooi dat ook de BNP Paribas Open wordt genoemd.  
 

Bandwerk (23/05/2023)

Gisteren zijn op Roland Garros de plaatsingswedstrijden voor de hoofdtabel gestart met daarbij een tiental Belgische pretendenten. Ruim 30 jaar geleden deden wij ook een eerste gooi naar zo’n gedroomd plekje bij de grote jongens (en meisjes). Het leek een beetje op bandwerk. 

Begin jaren ’90 was eigenlijk nog een beetje de préhistorie in het mondiale proftennis. Wij waren net van de schoolbanken, hadden op twee jaar tijd enkele ATP-puntjes gesprokkeld en konden daarom naar Parijs afreizen met in onze koffer twee paar proper onderbroeken en enkele wilde dromen over het grootste graveltornooi ter wereld. Vertrekken deden we alleen en één dag op voorhand – jawel, zo professioneel waren we! – om de simpele reden dat er toen nog geen geld werd uitgedeeld in  de kwalificaties en de onkosten dus geheel van eigen conto werden afgeschreven. Aangekomen aan de Porte d’Auteuil schreven we ons in en togen dan naar een andere balie, waar we geholpen werden door een jongedame met een telefoon om een schamel onderkomen voor de nacht te boeken. 
Omdat we met de wagen (en niet erg goed op tijd) waren kregen wij natuurlijk een verderop gelegen tweesterrenhotel aangeboden. We sloegen nog een balletje op de Tennis Jean Bouin, het tegenover Roland Garros liggend complex dat nu gebruikt wordt als trainingsbasis tijdens het grandslamtornooi maar waar toen alle plaatsingswedstrijden werden afgehaspeld, en zochten daarna onze slaapplek op.  
Wij stonden om 10h geprogrammeerd en kregen, als ons geheugen ons niet in de steek laat, met de Nederlander Tom Nijssen te maken. We konden een half uurtje opwarmen, voor aanvang, en repten ons dus rond 9h richting plaats van afspraak. Onze Opel Corsa, even rudimentair als onze rijstijl, deed ineens wat moeilijk. Bovendien deden andere bestuurders teken dat er iets loos was. Platte band! Gezegend met de technische onderlegdheid van een peuter die nooit met autootjes heeft gespeeld zat er niets anders op dan een Parijse garagist aan te sporen om pitstopgewijs onze band te vervangen. In een Frans met niet enkel haar op maar quasi een volledige toupet legden wij hem de precaire situatie uit en na het neerleggen van een aanzienlijke som Franse franken toog de man aan het werk. Tien minuten voor onze geplande wedstrijd geraakten we bij Jean Bouin binnen. Twee uur later stonden we er, na een driesetsnederlaag, opnieuw buiten. Weer een half uur verder trokken we een illusie armer en een autoband rijker huiswaarts.  

Enkele jaren later verging het ons een ietsje beter, om maar te zeggen dat zo’n beetje ondervinding in dat soort wedstrijden altijd van pas komt. Zolang je je niet geplaatst hebt voor de main draw ben je niet ‘gekwalificeerd’ om mee te doen aan het ‘echte’ tornooi. In onze tijd was dat verschil nog duidelijker merk -en voelbaar door het prijzengeld en de ‘hospitality’ (hotel betaald door het tornooi) die eraan vasthing. Vandaar dat indertijd niet iedereen afreisde naar de Australian Open of zijn geluk ging beproeven op het schabouwelijke gras van Roehampton, waar de kwalificaties voor Wimbledon plaatsvonden. Vandaag is het ook voor de qualifiers razend interessant om mee te doen en krijgen ze alsmaar meer (verdiende) aandacht. Ook de tornooien zelf spelen erop in door met schappelijke toegangsprijzen toeschouwers te lokken om toekomstige toppers of aan hun comeback werkende ex-toppers aan het werk te zien. 

Wij kijken daarom niet alleen uit naar de prestaties van de Belgen maar ook naar die van Yannick Hanfmann. De 31-jarige Duitser begint aan de qualies als nummer 64 van de wereld nadat hij zich dit jaar zes keer wist te kwalificeren op de ATP-tour en daaruit een kwartfinale in Santiago, een halve finale in Houston, een derde ronde in Madrid en een kwartfinale in Rome puurde. Ondervinding heeft hij dus wel. Zijn geheim wapen? Zijn vriendin is voormalige profspeelster Sofie Oyen. Net zoals wij komt ze uit de grootstad Leopoldsburg en net als wij speelt ze padel in Tessenderlo. Zoiets schept een band… 

In de naam van de vader (16/05/2023)

Is er iets moeilijker dan in de voetsporen treden van je succesvolle vader? Nochtans zijn er in de tenniswereld verrassend veel kindertjes die proberen het verhaal van hun papa te verbeteren. Met wisselend succes zetten zij de familienaam verder. 

Vorige zondag was het Moederdag en dat wierp bij ons de vraag op: zijn er eigenlijk spelers die afstammen van een goed tennissende mama? Uit de mistige nevelen van ons geheugen doemde uiteindelijk één naam op: Brandon Holt, zoon van Tracy Austin, die zich kon kwalificeren voor de U.S.Open en Australian Open en op zijn 25ste al even kon proeven van de top 200. Minder bekend maar daarom niet minder belangrijk was het werk van Regina Rajchrtova. Wie zegt u? De naam Sebastian Korda zal mogelijk het belletje harder doen rinkelen. De talentvolle Amerikaan wordt overal opgevoerd als zoon van zijn erg befaamde en begaafde vader Petr Korda maar eigenlijk heeft mama Regina, voormalig nummer 26 van de wereld, het grootste deel van de tennisopleiding van ‘Sebje’ voor haar rekening genomen. 
Het is sowieso wel handig om een vader met naam te hebben. Zo kon Korda enkele jaren geleden een paar keer gaan trainen in Las Vegas met het koppel Agassi-Graf, een berekende gok die flink wat winst heeft opgeleverd. Een minder berekende gok, waar flink wat borg voor afgedokt moest worden en die momenteel ook minder winst lijkt op te leveren, is de carrière en toekomst van Leo Borg. Vorige week stond die negentienjarige zoon van het Zweedse icoon in zijn vaderland (Varnamo) tegenover Alexander Blockx en net zoals twee maanden geleden in het iets charmantere Sharm-El-Sheikh won onze landgenoot in twee sets. Borg maakt af en toe wel gebruik van bekende Björn als opstapje. Zo kreeg hij vorig jaar ineens een wildcard voor de kwalificaties van de challenger in Marbella, omdat zijn vader daar toevallig de trofee kwam uitreiken. Niet aan zijn zoon wel te verstaan, die won in zijn eerste kwalificatiewedstrijd welgeteld één game.
 
Niets mis mee dat een zoon zijn eigen weg bewandelt en tracht het succes van de papa te evenaren of zelfs te overtreffen. Maar dan is het natuurlijk iets simpeler als uw vader geen elf grandslamtitels heeft gewonnen maar ‘enkel’ één grandslambeker uit het dubbelspel op de schouw heeft staan Martin Damm, zoon van de erg van zijn eigen naam houdende Martin Damm, speelde, en verloor enkele weken terug in Savannah van Zizou Bergs en tijdens die wedstrijd zagen wij dat Damm junior een even grote kleerkast is als Damm senior was. Niet dat ze als, haha, twee damblokjes op elkaar lijken – de kleine Damm is linkshandig terwijl de oude Damm met rechts de plak zwaaide – maar gelijkenissen zijn er vanzelfsprekend wel.

Ook zo bij de familie Ruud waar zoon Casper een beetje van de hoekige speelstijl van vader Christian overgeërfd en uiteindelijk geperfectioneerd heeft. De Noorse topper heeft zijn pa zelfs als coach aangesteld en dat functioneert wonderwel. Wij hebben een link met Ruud de Oudere daar we niet alleen twee keer tegen elkaar speelden maar ook dezelfde hoogste ranking (ATP 39) delen. We speelden trouwens ook tegen Damm en tegen Korda terwijl Björn Borg de eerste en enige tennisser is waaraan we ooit een handtekening zijn gaan vragen. Dat gebeurde in…Alken. Waar Borg op voorspraak van racketmerk Donnay een acte de présence kwam geven in de tennisclub die bijna recht tegenover brouwerij Cristal Alken ligt. Meteen ook het domein waarin wij de lat voor onze zoon om te overtreffen onnoemelijk hoog hebben gelegd…     

AlleenFans (09/05/2023)

Voor u denkt dat de gevoelige snaar ook een account zal aanmaken op OnlyFans om daar wat met de grenzen van het goed fatsoen flirtende foto’s en video’s te posten dan bent u aan het verkeerde adres. Wij zijn Sofya Zhuk niet! 

De voormalige juniorenkampioene op Wimbledon (2015) – in die tijd trainde ze op de Justine Henin Academy! – is dat dus wel van plan en wil haar business naar een ‘next level’ brengen. De ondertussen 23-jarige in Florida residerende Russische kon dat op tennisgebied net niet. In 2018 bereikte ze de 116de plaats op de wereldranglijst, lang niet slecht, maar Sofya Zhuk is daarna dus andere oorden gaan opzoeken en verzamelde met haar pittige prentjes op Instagram al zo’n 116.000 volgers. Voor de goede orde: de gevoelige snaar hoort daar niet bij maar vanwege onze ongeëvenaarde professionele instelling hebben we vanzelfsprekend wel heel wat research moeten uitvoeren.
Daarbij stootten we op een duo donkerharige stoten: Matteo Berrettini en zijn nieuwe vlam, de als twee druppels water op zijn vorige lief Ajla Tomljanovic lijkende Melissa Satta. Deze 37-jarige Italiaanse presentatrice kreeg laatst te maken met verwerpelijke geruchten als zou zij de oorzaak zijn van het vele blessureleed bij Berrettini. De Italiaanse knapperd kampt al een tijdje met buikspierproblemen en die zouden, volgens de gespecialiseerde pers, voortkomen uit een exces aan ‘fare l’amore’. In het modeblad Vanity Fair meent Satta te weten vanwaar die wind waait: “Bij mijn ex-man Kevin Prince Boateng (voetballer van onder andere AC Milan) werd ik van hetzelfde beschuldigd! Maar toen ging het om een simpele pubalgie.” 

Heel wat tennisfans verslikten zich ondertussen in het gepercipieerd seksisme op het tornooi van Madrid. Ondanks dat het graveltornooi in de Caja Magica over de onbetwist mooiste, nog tennissende, tornooidirecteur op het circuit beschikt – Feliciano Lopez (41) – werd hem door heel wat mensen een vergaande vrouwonvriendelijkheid aangewreven. In een wedstrijdje ‘wie heeft de grootste’ was het verschil in hoogte tussen de verjaardagstaarten van Carlos Alcaraz en die van Aryna Sabalenka het onderwerp van debat. Bovendien waren de dubbelfinalistes niet te spreken over het feit dat ze na hun wedstrijd zich niet mochten richten tot het publiek. Als kers op de, euh, taart werd nog eens een licht geworpen op de schamele en daardoor sexy outfit van de ballenmodellen. Geen idee eigenlijk waarom Lopez dat ideetje van zijn voorganger Ion Tiriac – in 2004 voerde de controversiële maar ook innovatieve Roemeen in Madrid mannequins in als ballenmeisjes voor de mannenmatchen en na heel wat  tegenkanting kwam hij drie jaar later met mannelijke modellen voor de vrouwenmatchen aandraven – vanonder het stof gehaald heeft. Kon je toch vergif op innemen dat dat in deze tijden datzelfde stof ging doen opwaaien. 

Deed ons dan wel weer zachtjes wegdromen naar ons eerste Sattelite-tornooi (zelfde niveau als de huidige Future-tornooien maar dan in de vorige eeuw). Eén etappe vond plaats in Genua en het lokale lijnrechtersgild bestond uit langbenige en kortgerokte tienermeisjes die hun pauzes tijdens de kantwissels opvulden door nog eens extra lippenstift aan te brengen en wat sensueel te staan draaien. Oogverblindend in onze zestienjarige ogen en zoiets tennist natuurlijk niet makkelijk. We hadden er een pubalgie voor over om hen wat beter te leren kennen maar zover is het nooit gekomen. We bleven alleen maar fans.   

Top 100 (02/05/2023)

Het is het eerste grote doel van elke beginnende proftennisser en voor sommigen blijft het een carrièrelange droom. Het is het equivalent van de Muur in Berlijn met aan de ene kant wat meer vrijheid, faciliteiten en welvaart dan aan de andere kant. De top 100 is een symbolische grens die de status van een speler kan maken of kraken. 

Vraag even na bij Dick Norman wat hij de eerste elf jaar van zijn loopbaan gedaan heeft en mogelijk zal hij antwoorden: “Gepiekerd over wanneer ik de top 100 ging binnengeraken” Het bepaalde zozeer zijn denkpatroon dat het nefast werd voor zijn tennis. Uiteindelijk vertoefde hij toch nog veertien weken in het walhalla, waarvoor hulde! Algemeen wordt aangenomen dat als je bij de beste 100 spelers op aarde bent (geweest) dat je dan niet alleen een stukje kan tennissen maar ook een centje kan verdienen. Bovendien heb je dan de mogelijkheid om je (bijna) volop te concentreren op het ATP -of WTA-circuit en ben je zeker van deelname aan de grandslamtornooien en van een stevige tableau voorziene 1000-tornooien zoals Miami en Indian Wells. Werkzekerheid. Toch minstens voor één seizoen. Het
is alleszins iets dat je graag op je palmares hebt prijken. In zijn ondertussen twaalfjarige carrière stond Kimmer Coppejans welgeteld drie weken in de top 100. Afgevinkt. 

In de top 100 van zaken waaraan we moesten denken deze week sprong dat eruit omdat David Goffin virtueel het lidmaatschap van dat eliteclubje moest inleveren. En dat voor het eerst sinds de zomer van 2014. Toch even slikken, dunkt ons. Emma Raducanu overkwam hetzelfde. Zij wel maar voor het eerst sinds de U.S.Open 2021 en haar doorbraak in New York. Sindsdien kwam ze trouwens ook de top 100 van best verdienende atletes binnen, op plaats nummer vier om iets preciezer te zijn. Met achttien miljoen dollar aan inkomsten van extra-sportieve inspanningen. Uit die top 100 gaat ze niet zo gauw verdwijnen. Tenzij ze natuurlijk te lang in dat tennisvagevuur blijft hangen. Maar goed, zowel Raducanu als Goffin moeten even herbronnen. In het geval van onze landgenoot zal dat in de challengers zijn. Hij speelt deze week al in Aix-en-Provence, tegen Benoit Paire. De even bebaarde als begenadigde en bij momenten bezeten Fransman stond zeven jaar in de top 100 alvorens op 1 augustus vorig jaar van het padje te geraken en vandaag is hij nog steeds op zoek naar de weg terug. Toch niet zo kleine jongens als Dominic Thiem en Stan Wawrinka hadden een jaar, én een wildcard of 100, nodig om na hun blessures terug te keren naar de top 100. Om maar te zeggen dat het niet zo simpel is. 

Zizou Bergs flirtte begin dit seizoen met die symbolische scheidslijn. Op de 112de plaats kon hij de oversteek zien liggen maar toch slaagde hij er niet in om die op de baan waar te maken. Wij spraken hem nog moed in op de challenger van Louvain-la-Neuve. Wij waren en zijn er immers van overtuigd dat zijn attractief tennis beter tot zijn recht gaat komen bij de ‘grote jongens’. Wij spreken dan ook uit ondervinding. Wij hadden het zelf ook moeilijker op de challenger-tour waar je meer moet vechten in zwaardere omstandigheden tegen mindere maar daardoor soms juist harder hun best doende goden. Het is iets meer op leven en dood – de top 100 en dus de toekomst hangt er vaak vanaf – terwijl je tegen beter tennissende tegenstanders zelf ook makkelijker een goed niveau haalt. Niet zeker dat wij met deze theorie de top 100 halen van tenniswijsheden maar bon.    
Mogen wij dan maar nog een tip geven over wie het volgend interessant lid van de top 100 wordt? Mirra Andreeva. Net zestien geworden en tot gisteren zestien wedstrijden op rij gewonnen en dus ongeslagen in 2023. De Siberische finaliste van de Australian Open junioren is een fenomeen en nog heerlijk vers van de pers: “Dit is een fantastisch tornooi.”, zei ze in Madrid. “Je kan hier lunchen met al die sterren rondom je. Je ziet hier Andy Murray, je ziet zijn gezicht. Hij is zo mooi in het echt. Hij is  ongelooflijk.” Waarop de Schot droogjes antwoordde: “Stel u even voor hoe goed ze gaat worden als ze ook haar ogen nog eens laat corrigeren.” Nog steeds top tien qua humor, Andy Murray.