Tennis
Padel

Column - De gevoelige snaar

Tennisexpert Filip Dewulf kruipt voor ons in zijn pen in deze wekelijkse tenniscolumn! In zijn eigen carrière durfde hij al wel eens de bal misslaan, maar met ‘De gevoelige snaar' wil Filip Dewulf vooral kort op de bal spelen om het tenniswereldje te becommentariëren en, als het kan, een gevoelige snaar raken. Voor liefhebbers van waardeloze weetjes en wazige woordspelingen. En van tennis, de (zogezegd) mooiste sport ter wereld natuurlijk!

Enjoy!

Verrassende legende (08/06/2023)

Eerst en vooral: petje af, of chapeau zoals ze in Parijs zeggen, voor de prestate van Sander Gillé en Joran Vliegen. Hun eerste gezamenlijke kwartfinale op een grandslamtornooi – die op de U.S.Open tellen ze niet helemaal mee want dat was tijdens de corona-editie en dus met een kleiner deelnemersveld – werd vervolgd door een eerste plaats bij de laatste vier op Roland Garros. Prima werk van de dubbeltoppers die echt in uitstekende doen zijn. We hadden ze graag wat meer aandacht gegeven ware het niet dat wij, ten tijde van hun persmoment, stonden te zweten op de naar jaarlijkse gewoonte bijzonder hectische en met Franse zwier – chaos is ook een vorm van organisatie! – gehouden babbelmomentje met de deelnemers van de ‘Legends Trophy’. 
 
Wij waren daar om een erg fijn gesprek te voeren met Kim Clijsters maar stuurden ook enkele terloopse blikken naar de Argentijnse dames die voor ons stonden te paraderen. Gabriëla Sabatini (53) en Gisela Dulko (38) zijn prima geconserveerd museummateriaal. We zouden graag hetzelfde over onszelf zeggen maar toen een Franse journalist meende dat wij aan de andere kant van het touw hadden moeten staan, omdat we voor hem nog altijd een legende zijn, konden we niet meer dan stamelen dat we enkel nog een legende zijn in het mondaine Heppen, en dan nog. Een legendarische zwakke repliek, wij weten het, maar we waren verward. Want ineens, uit het niets, stond daar Andrei Medvedev voor ons om een goeiendag te zeggen. Andrei. Medvedev. Finalist op Roland Garros in 1999 (tegen Andre Agassi). Wij wisten dat hij van onze generatie was maar hebben eigenlijk totaal geen herinneringen aan de magische Oekraïner op het circuit. Dat hij die blijkbaar wel heeft van ons stemde ons even kinderlijk gelukkig als oprecht verbaasd.  

Minder verrast waren we toen we enkele dagen geleden op Instagram leerden dat Maryna Zanevska gebroken heeft met haar coach Geoffroy Vereerstraeten. De Brusselaar stond ruim tien jaar aan de zijde van de voormalige Oekraïense maar mag het slotakkoord niet uitzitten. Dit begint verdacht veel als een zwanenzang te klinken. Zanevska sukkelt al drie jaar met een rugprobleem – waarover ze niet wilde uitweiden – en lijkt klaar om binnenkort de handdoek te werpen. Zeer jammer voor haar en het Belgische tennis. Maar ondertussen timmert een opvolgster wel al naarstig aan de weg. Sofia Costoulas werkt sinds kort samen met Robbe Ceyssens, de vroegere coach en vriend van Elise Mertens, die tevens aan de slag is op het tenniscentrum in Wilrijk. Wij hebben een paar legendarische padelwedstrijdjes gespeeld tegen Robbe – geen idee wat dat hier mee te maken heeft – en hopen dat hij ook Sofia de oversteek kan laten maken naar het WTA-circuit. 

Even jong als Costoulas en misschien nog een tikkeltje veelbelovender is Alexander Blockx. Hij maakte maandag nog komaf met de twee jaar jongere Marokkaan Bennani in de tweede ronde van het juniorentornooi en toonde daarbij alles dat hij in zijn mars heeft: stevige opslag, geweldige forehand, prima benen en een goeie kop. Blockx is duidelijk gegroeid – letterlijk: zes millimeter sinds de Australian Open! – want speelt volwassen tennis in die Parijse kindertuin. Dat laatste mag je ook letterlijk nemen want het eerste reekshoofd bij de junioren struikelde over de vijftienjarige Darwin Blanch – een Amerikaan die in de academie van Juan Carlos Ferrero af en toe met Carlos Alcaraz traint – terwijl onze Noorderburen alle hoop op de veertienjarige(!) Thijs Boogaard richten. Van al die namen zullen er misschien enkelen uitgroeien tot legendes van het internationale tennis. En zullen ze dus over 30 jaar opgeroepen worden voor de ‘Legends Trophy’ op Roland Garros. Hopelijk komt er iemand dan goedendag zeggen tegen die man met zijn rollator…    

Dubbelspel (05/06/2023)

Onze rol hier op Roland Garros is dubbel: en tennis kijken en toppers (in spe) spotten. In beide zijn we na een week wel bedreven geworden. 

Terwijl we met één oog aan het kijken zijn naar het (uiteindelijk succesvolle!) gevecht dat Sander Gillé en Joran Vliegen aan het leveren zijn voor een plaats in de kwartfinale op Roland Garros zien we ook dat Elise Mertens (met Storm Hunter) – noblesse oblige! – in de achtste finale staat én Greet Minnen (met Anna Bondar) zelfs de kwartfinale van het dubbeltornooi heeft bereikt. Enig voor de Limburgers ook dat hun wedstrijd zaterdag op het laatste ogenblik naar de Court Philippe Chatrier werd geschoven zodat ze  even konden proeven van het grote toneel. Dubbelspel wordt vaak nog stiefmoederlijk behandeld en ook zo bekeken maar het kan titels en een aardige duit opleveren of een carrière in het enkelspel helpen lanceren. 
 
Daar werden wij nog eens op gewezen in de podcast ‘Dubbelspel’ waarvan we hier in Parijs de tweede editie – zéér leuk luistervoer alweer met een zéér fijne gast(e)! – inblikten. Onze partner in crime, Dirk Gerlo (Sporza), kaartte terloops aan dat ook wij onze loopbaan met een dubbelsucces waren begonnen. In 1993 pikten we, aan de zijde van Tom Vanhoudt, in het Kroatische vakantieoord Umag een eerste en enige ATP-titel mee door in de finale onder andere Francisco Roig, voormalig coach van Rafael Nadal en huidig begeleider van Sloane Stephens, te verslaan. De reden waarom wij zo goed voor de dag kwamen in Umag? Het tornooi wordt in een soort resort gespeeld en daar de matchen pas om 17h begonnen ging iedereen ’s avonds/’s nachts uit in de lokale discotheek om er de plaatselijke bevolking beter te leren kennen. Dubbel plezier dus!

Waar wij ook lol uit halen is het spotten van spelers in de restaurants die ook wij frequenteren. Begin van de week zaten we bij een Italiaan te eten naast Jannik Sinner en zijn entourage en enkele dagen later zagen we Ugo Humbert en Marcel Grannolers op dezelfde avond voorbij ons terrasje wandelen. De strafste stoot was weggelegd voor dubbeltopper Jaimy Murray die plotsklaps uit het gebouw tegenover ons hotelletje kwam gestapt. Altijd fijn om een bekende overbuurman te hebben. Xavier Malisse hebben we deze week dan weer niet tegen het lijf gelopen. Nochtans is onze voormalige ploegmaat wel een beetje bekend in Parijs omdat hij hier in 2004, samen met Oli Rochus,  op geniale wijze de dubbeltitel wegkaapte na een finale tegen Santoro-Llodra. Die Fransen, en hun chauvinistische achterban, hadden bij wijze van spreken al plaats gemaakt in hun prijzenkast maar kregen lik op stuk van de montere Belgjes. Wij zaten tijdens die eindstrijd op de eerste rij mee te genieten van hoe die jongens, nu negentien jaar geleden, het thuispubliek het zwijgen oplegden. ‘Schadenfreude’ blijkt geen Franse vertaling te hebben. Met wat Taylor Fritz hier vorige week moeten meemaken heeft, begrijpt u waarschijnlijk beter waarom het soms moeilijk spelen is met een lokale held (of twee) aan de overkant van het net. 

Misschien dat Alexander Blockx er ooit mee te maken gaat krijgen. Onze topjunior zagen we hier op Roland Garros, gepakt als een muilezel met spullen van zijn racketsponsor, voorbij struinen. Voor de ranke Antwerpenaar staan er hier twee zaken op het spel: ten eerste zal hij zich met niets anders dan de titel kunnen tevreden stellen, daar hij eigenlijk al op de proftour vertoeft en deze uitstap dus een uitdaging is om zijn evolutie nog eens bij de junioren in de verf te zetten. Ten tweede zou hij, mits een goed resultaat hier, het jaar in de top drie van de wereld kunnen afsluiten, wat dan weer een aantal wildcards voor challengers oplevert volgend seizoen. Interessant. Na zijn eerste ronde moest Blockx ons al meteen corrigeren – zo kan hij dat ook al gewoon worden! – door het volgende te zeggen: “Dat van die wildcards was sowieso al het geval door mijn zege op de Australian Open. Maar natuurlijk kom ik hier om te winnen.” Dat weten we dan ook weer.  Ergens geloven we toch dat Blockx bij een titel hier er dubbel zo hard van gaat genieten. 

Wilde uithaal (01/06/2023)

Die eerste dagen van een grandslamtornooi zijn altijd wild en hectisch met duizenden mensen, matchen en moeilijke momenten. Thiago Seyboth Wild maar ook onze Belgen kunnen erover meespreken. 

Thiago Seyboth Wild – schitterende naam! – beleefde dus een hoogdag door Daniil Medvedev te verrassen op de court Philippe Chatrier. Fantastisch moment voor hem. Hij mag er dan uitzien als een kruising tussen Roger Federer en Pedro Pascal, de acteur uit ‘Last of us’ en ‘Narcos’, maar in zijn thuisland loopt er een onderzoek naar huiselijk geweld tegen Seyboth Wild. Begrijpelijk dat de Braziliaan gisteren in de zevende hemel vertoefde en niet van die wolk wilde tuimelen toen er een vraag over de zaak gesteld werd. Maar het was ook begrijpelijk dat hij die vraag voor de voeten kreeg geworpen (omdat die kans zich anders zelden voordoet). Dat een lid van de entourage van Wild daarna de betreffende journalist ging bedreigen was dan weer niet gepast. 
 
Het is een delicate materie. Hoever mag een journalist in het privéleven van spelers gaan snuisteren. In hoeverre moeten vragen een gevoelige snaar raken? Maandag stonden Ysaline Bonaventure en Maryna Zanevska met tranen in de ogen ons te woord. Dat zorgt sowieso voor een ongemakkelijke sfeer en wij kunnen enkel maar toegeven dat een zekere terughoudendheid zich dan van ons meester maakt. Wij willen het mes niet dieper in de wonde steken, zelfs bij ons speelt dat litteken soms nog op. Terwijl Zanevska uiteindelijk niet dieper wilde ingaan op haar rugblessure liet Bonaventure zich helemaal gaan – wat ze op de baan niet had gedaan – bij het in de grond boren van zichzelf. Ze was ultra-klaar geweest voor haar eerste Roland Garros rechtstreeks op de hoofdtabel maar bleef 55 lange minuten volledig verlamd en zonder enige reactie. Nu zijn wij op dat gebied wel een beetje een ervaringsdeskundige en hadden we haar met plezier ons verhaal kunnen vertellen van onze eerste Roland Garros-ervaring (bij de junioren). 

Onze toenmalige trainer was bij Zuster Directrice, heilig hoofd van onze school, hemel en aarde gaan bewegen om ons, net voor de examens, nog even naar Parijs te laten gaan. Hij slaagde in zijn missie. Niet dat wij echt stonden te springen maar we kunnen wel spreken van een grandslamontmaagding. Het was kort, onpersoonlijk en niet echt aangenaam. We slaagden er niet in één bal fatsoenlijk te raken en werden hoofdschuddend naar de slachtbank gesleept. Op 45 minuten waren we terug bij af. Een Limburgse krant schreef de volgende dag dat ze hoopten dat we nog naar het Louvre waren geweest, zodat we nog iets aan onze uitstap hadden gehad. Dat hakte erin. En nee, we zijn niet naar het Louvre geweest, we hadden immers examen Frans. 

Wij hebben dus zelf gevoeld dat woorden soms pijn kunnen doen – over de haat die online gespuid wordt zullen we het een andere keer wel hebben – maar wij willen ook wel aanstippen dat het merendeel van de journalisten een zeker medeleven wil tonen voor de vele ‘losers’ (slechte woordkeuze!) in die eerste dagen van een grandslamtornooi. Het is een dunne lijn tussen (on)gepaste vragen stellen en correct het sentiment verwoorden. In dat opzicht moeten we nog een mea culpa slaan en een rechtzetting publiceren: Kirsten Flipkens werkt al sinds de Australian Open samen met Karolina Muchova en niet Indian Wells zoals we vorige keer schreven. We waren iets te wild met de dichterlijke vrijheid daar.