Tennis
Padel
Tennis
Padel

Column - De gevoelige snaar

Tennisexpert Filip Dewulf kruipt voor ons in zijn pen in deze maandelijkse tenniscolumn! In zijn eigen carrière durfde hij al wel eens de bal misslaan, maar met ‘De gevoelige snaar' wil Filip Dewulf vooral kort op de bal spelen om het tenniswereldje te becommentariëren en, als het kan, een gevoelige snaar raken. Voor liefhebbers van waardeloze weetjes en wazige woordspelingen. En van tennis, de (zogezegd) mooiste sport ter wereld natuurlijk!

Enjoy!

Tinder (18/04/2024)

Het volgende hebben we van horen zeggen: soms swipe je op Tinder dagenlang naar links, tot je plots op enkele uren tijd drie keer naar rechts kan vegen. Zo is/was het ook met het Belgische tennis. Een week geleden was het nog kommer en kwel, weinig om over naar huis te schrijven, geen reden tot optimisme. Komt het weekend en… bam! Sander Gillé en Joran Vliegen stunten, jawel stunten, in Monte Carlo door drie dubbelduo’s te kloppen waartegen ze nog nooit gewonnen hadden, waaronder Jannik Sinner en in de finale Sascha Zverev. Ze noteerden zo hun achtste en mooiste titel ooit. Waanzinnig knap. Net daarna stond Zizou Bergs op een haar – en het was er eentje van onze dikte, dus amper zichtbaar – van een rechtstreekse plaats op de hoofdtabel van Roland Garros en een plek in de top 100. Het mocht jammer genoeg niet zijn. Daarvoor hadden de jonge dames Sofia Costoulas en Hanne Vandewinkel al heel mooie dingen laten zien tijdens hun Billy Jean King Cup-debuut (op de baan) in Orlando. Het ging eindelijk nog eens de goede kant uit met de Belgische tennistak. 
Het dubbelsucces van de lovenswaardige Limburgers Gillé en Vliegen kwam wel een beetje uit de azuurblauwe, Monegaskische lucht gevallen. Oké, ze hadden in de eerste week van 2024 al de finale gehaald in Hong Kong, maar sindsdien ging het wat op en af. Vooral veel af in het Midden-Oosten en Amerika en daarna terug op, eens op hun vertrouwd gravel geland. Niet vergeten dat Gillé-Vliegen vorig jaar in Parijs ook al bijna Roland Garros op hun naam schreven en met deze winst in Monte Carlo zich toch weer als indirecte outsiders voor de titel aan de Porte d’Auteuil placeren. En zeker ook niet vergeten dat twee maanden later de Olympische Spelen op dezelfde banen passeren en we hier dan toch kunnen spreken over echte Belgische medaillekandidaten. We zeiden het al, het kan een mooie zomer worden. 

Daar moet Zizou Bergs zich ook aan spiegelen. Zondagavond verloor hij de finale van de Challenger van Sarasota tegen Thanasi Kokkinakis. Inzet van het spektakel op het grijsgroene gravel in Florida: een plaats in de top 100 en op de hoofdtabel van het volgende grandslamtornooi. Het is dan jammer als je die grijpklare hap net niet in je handen krijgt. Bergs zal wel ontgoocheld geweest zijn over die derde set (0-6) en de uitkomst van deze finale en het tornooi. Temeer daar hij door het verlies van zijn punten in Talahassee, waar hij de voorbije nacht begon aan de titelverdediging, alweer werd teruggeworpen naar de 116de plaats op de wereldranglijst. Zo lijkt die trip naar de top 100 heel hard op de processie van Echternach – tot 1947 moesten de deelnemers drie stappen vooruit en twee achteruit zetten – maar elk jaar bereiken de deelnemers in Luxemburg toch ook hun doel. Daar moet Bergs zich aan optrekken. Het proces is een processie.  

Dat kunnen we ondertussen ook wel zeggen over de opkomst van de Belgische jongedames. Terwijl iedereen dacht dat hun Amerikaanse intocht zou uitmonden in een aftocht deden zowel Costoulas als Vandewinkel zonder scrupules van zich spreken daar in Orlando. Tegen de ijzersterke Jessica Pegula en Emma Navarro meedoen tot het einde en een set weten af te snoepen, smaakt zoet. Wij waren in februari 1991, bij ons debuut in de Davis Cup, nummer 521 van de wereld en een zéér volwassen achttien jaar toen we in Australië voor de leeuwen werden gegooid tegen Richard Fromberg. Die stond 500 plaatsen boven ons geparkeerd. We speelden op gras. En wij wonnen een set. De dag erna, toen heel de Australische ploeg ons onorthodox grastennis van dichtbij gezien had, kregen we een 6-0, 6-1 van Wally Masur. Een beetje hetzelfde verhaal als Vandewinkel in Amerika. Onze negentienjarige gouwgenote mocht trouwens omwille van haar eerste BJK Cup-selectie een speech geven tijdens het officiële diner en moest, als onderdeel van deze doop, de woorden ‘Tinder’ en ‘Kinderbueno’ erin verwerken. Onderwerpen die deze dokteres in spe met chirurgische precisie aansneed. Fijn dat ze het er goed heeft vanaf gebracht daar in Florida. 

Nu, één mooie dag maakt de lente niet. Dat weten we hier in België na afgelopen weekend maar al te goed. Maar als we nog maar een glimp hebben mogen opvangen van de zonnige toekomst, dan swipen wij keihard naar rechts in de hoop dat het een blijvende match is.  

Coach van de coaches (13/03/2024)

En training geven, of coachen, heb je dat nooit gedaan?” Naast de opmerking dat mensen hun examens hebben gerateerd door in 1997 naar de halve finale op Roland Garros te kijken, is dat de vraag die ze ons het meest stelden na onze carrière. Telkens hebben we de geïnteresseerden moeten teleurstellen. “We zouden niet weten hoe dat moet”, was dan meestal het standaardantwoord. Wij konden wel (vrij onorthodox) tennissen, maar dat wil nog niet zeggen dat we alle machinaties erachter volledig snapten, laat staan konden uitleggen. Voor ons voelden bepaalde zaken ‘natuurlijk’ en logisch aan, maar of dat allemaal volgens de regels van de kunst was, is een andere kwestie. We zouden natuurlijk wel ergens (tactisch) advies of een interpretatie kunnen geven van wat mogelijks een fatsoenlijke slag tegen een bal is, maar dat lijkt ons ruimschoots onvoldoende om het beste uit een speler te halen.
 
We kregen onderweg wel eens voorstellen om jeugdige deugnieten te trainen, maar zijn daar nooit op ingegaan. We weten ook niet of we die emotionele druk en stress zouden aankunnen. Hadden we bijvoorbeeld ooit onszelf moeten coachen, dan was daar een clash van gekomen die in de annalen van de internationale sportgeschiedenis een volledig hoofdstuk had gekregen. Als coach ben je totaal afhankelijk van je speler die een slechte dag, een goede tegenstander, een relatieprobleem, een zonneslag, slecht slapende kinderen, een windallergie, een kater, een vertrouwenscrisis, te hoge verwachtingen, ouderlijke druk, financiële zorgen, vliegangst, verzwegen blessures of geen goesting kan hebben. Net als wij vroeger kan hij/zij al die ballast tijdens een wedstrijd bij de coach in de spelersbox dumpen. Ook Andy Murray heeft zo’n uitlaatklep nodig om die stoom uit de oren in één richting te kanaliseren. Wij weten heel goed hoeveel verkeerde woorden, gestes of gelaatsuitdrukkingen we ooit richting onze entourage hebben gestuurd. Puur uit onrust in het hoofd. Dat deel je dan met de mensen die je ergens mee in die situatie, met die voorbereiding en tactiek, hebben gebracht. Gedeelde smart. De meeste spelers verliezen op een jaar meer dan dat ze winnen. De meeste coaches ook. 

We moesten er maandagnacht rond 1u aan denken toen Elise Mertens in de Indian Wells na een lelijke match die mooie zege op Naomi Osaka liet optekenen. Haar coach/vriend, Christopher Heyman, was na afloop tot tranen toe bewogen door dat succes. Schoon om te zien en nogmaals onderstrepend hoe belastend die taak van begeleider is. Niet dat de prestaties van de Hamontse slecht waren sinds de aanstelling van de Kempenaar eind vorige zomer – nummer één van de wereld in het dubbelspel, een grandslamtitel, een WTA-zege, nog steeds rond de top 25 in het enkelspel – maar vanwege zijn geringe ervaring werd bij elk minder moment wel een kanttekening geplaatst. Als je dan zo’n wereldwijd klinkende overwinning kan meepakken, dan doet dat iets met een mens. Zeker ook als er nog eens een match in de match werd gespeeld tussen de coaches. In de andere box zat immers Wim Fissette, waarschijnlijk de beste en zonder twijfel de meest succesvolle Belgische trainer op het circuit. Dat Osaka dan achteraf verklaart dat ze verrast was door de agressieve aanpak van Mertens in het begin van de wedstrijd en de verbeterde snelheid van haar service, is dat toch een pluimpje op de pet van Heyman. Chapeau.
 
Fissette had vorig jaar nog voor consternatie op het damescircuit gezorgd door zijn contract met het Chinese supertalent Qinwen Zheng op te zeggen en opnieuw in zee te gaan met de Japanse Osaka. Zeker in China konden ze daar niet mee lachen, terwijl er zoveel spelers hun coach op straat zetten als het even niet botert of ze een betere deal krijgen voorgeschoteld. Elke winter is dat weer een carrousel waar zelfs de voetbalmarkt stilaan jaloers op wordt. Maar andersom ligt het duidelijk veel gevoeliger. En misschien ligt daar wel een jobopportuniteit voor ons: coach van de coaches worden. In deze tijden dat je zelfs in de meest banale activiteit gecoacht kan worden, is dat nog een gat in de markt! Wij weten wat een ‘pain in the ass’ een speler kan zijn, wij kennen het milieu, wij voelen de emoties, wij kunnen de druk relativeren. En als we dan de vraag krijgen of we nog iets doen in het tennismilieu, kunnen we tenminste het winnende antwoord geven: “Ja, we coachen…”.