Tennis
Padel

Column - De gevoelige snaar - juni 2023

Het groene gras (27/06/2023)

Vandaag is het net tien jaar geleden dat we ons haastten van Aorangi Park terug naar de perszaal tegenover het centercourt van Wimbledon, opgewonden over het nieuws dat onze collega’s met verstomming ging slaan. Wij waren per toeval een toertje gaan doen naar de oefenvelden om even te checken hoe die training van Steve Darcis verliep na zijn eclatant en onwaarschijnlijk succes de avond ervoor tegen Rafael Nadal. De Luikenaar was in die wedstrijd wel op zijn schouder gevallen maar gezien hij de stunt zonder al te veel problemen tot een goed einde had gebracht leek er weinig reden tot zorgen. Daar op Aorangi Park bleek Darcis evenwel niet op een baan te staan. Gealarmeerd door deze verandering vroegen wij lacherig aan een andere Belgische deelnemer of alles wel in orde was met ‘Shark’. “Dat is het niet”, zei die. “Volgens mij gaat hij zijn tweede ronde niet spelen maar je kan het hem best zelf vragen.” Dat deden we even later en zijn beteuterd résumé kwam er op neer dat een pees in zijn schouder was afgescheurd en dat hij dus niet kon serveren en dus niet tennissen. Hij was klaar om de pers in te lichten over dit noodlottige voorval maar wij persten er eerst nog een spurtje uit om onze collega’s, die quasi allemaal bezig waren met Darcis (terecht) de hemel in te prijzen en zijn verder parcours in Londen in kaart te brengen, alvast te waarschuwen. Het ongeloof in hun ogen zal mij voor altijd bijblijven. 
De kans is gering dat we volgende week eenzelfde scenario gaan meemaken. Niet alleen omdat wij en het woord ‘spurtje’ al lang niet meer in eenzelfde zin kunnen gebruikt worden maar ook omdat wij, normaal gezien, maar één van de twee, aanwezige Belgische mediavertegenwoordigers gaan zijn in Londen (Dirk Gerlo, onze kompaan bij de podcast ‘Dubbelspel’ en radioman voor Sporza, de andere).  Yep, wij vinden dat ook onthutsend. Het grootste – of toch meest prestigieuze – tennistornooi ter wereld wordt niet meer ter plaatse gevolgd door de Belgische kranten en tv-zenders. Te veel (on)kosten, te weinig meerwaarde, te veel online informatie te vergaren – waardoor je even goed van thuis uit kan werken (oordelen de krantenmakers) – en te weinig opzienbarende resultaten van de Belgische spelers. Ergens kunnen wij deze evolutie wel volgen – sociale media (Twitter, Instagram, TikTok, eigen websites) zorgen voor een overdosis aan content – maar positief is ze allerminst. Het is ter plekke dat je interessante achtergrondverhalen hoort en beter de context rond een speler kan kaderen. Wij zijn Tennis Vlaanderen dan ook uiterst dankbaar dat ze ons uitsturen om het Belgische tennis van nabij te volgen. Het gras ziet er altijd groener uit in Londen (dan op televisie). En stiekem hopen we dan ook dat er zich een nieuw Darcis-verhaaltje ontspint, waarop al onze collega’s hardop kunnen zeggen: zie je wel, we hadden daar moeten zijn! Net zoals wij vorig jaar deden toen David Goffin enigszins verrassend de kwartfinale bereikte op ‘The Championships’. 

Wij zijn alvast enthousiast over de wildcard die de Luikenaar in de schoot kreeg geworpen. Verbazingwekkend vinden we dat ergens, daar wij stammen uit een tijd dat de zondag voor de start van het tornooi nog snel een lokale cricketspeler een racket in de handen werd geduwd om toch maar niet de laatste vrijkaarten aan buitenlanders te moeten geven. De meeste van die Engelse ‘talenten’ moesten bij wijze van spreken amper kunnen tennissen om niet enkel een aardig aantal ponden op te strijken maar werden dan ook nog eens begeleid door een bataljon (top)trainers die enkel met lede ogen konden aanzien dat hun belofte om van die beloften volwaardige profspelers te maken op weinig gebaseerd was. Als er stoemelings toch eens een Brit in de tweede ronde terechtkwam stond die ook meteen op de voorpagina van alle kranten en werden tv-uitzendingen stopgezet om de blijde boodschap, inclusief het verhaal over de nieuwe tennis-Messias, te verkondigen. Ondertussen hebben ze bij de LTA (Lawn Tennis Association) ingezien dat al dat smijten met geld weinig heeft opgebracht en maakten ze de regels om van een wildcard te genieten flink strikter. Vandaar dat bij de mannen dit jaar maar vijf van de acht exemplaren (voor de main draw) naar lokale helden gaan (bij de dames zes op acht) en er de laatste jaren een plaatsje wordt vrijgehouden voor bijvoorbeeld finalisten van de challenger in Ilkley. Vorige jaar nog onze Zizou Bergs (winnaar) en dit jaar de Oostenrijker Sebastian Ofner (finalist). Schoon. Nu we er trouwens even bij stilstaan: wij hebben ook een soort wildcard gekregen van Tennis Vlaanderen. Hopelijk beschamen we het vertrouwen niet, veel druk alleszins op onze al flink gebruikte schouders.  

Wegcijferen (22/06/2023)

134.000 keer. We waren er niet goed van. 134.000 keer werd onze tweet over Wim Fissette, die Zheng Qinwen gaat coachen, bekeken. Dat zijn toch cijfers waar wij even voor in onze nog 134 sprieten tellende haardos moesten krabben en die duiden op twee zaken: Fissette heeft de juiste speelster (hij is duidelijk niet de enige die in de 20-jarige Chinese gelooft) onder de vleugels genomen en als je je inlaat met Chinees/Aziatische spelers kom je in een andere markt/dimensie terecht. Wij zijn alleszins benieuwd naar de samenwerking. Conditietrainer Rob Brandsma, die er bij Angelique Kerber en Victoria Azarenka ook bij was, maakt eveneens opnieuw deel uit van het team. 
 
Om nog wat meer met (Aziatische) cijfers te goochelen: Roland Garros werd op tv gevolgd door 90,9 miljoen Chinese kijkers. Hoeveel van die mensen vanaf nu woensdag ook op Netflix gaan inloggen om deel twee van de docuserie ‘Break Point’ mee te pikken is moeilijk in te schatten. Wij gaan alleszins nog een oogje werpen op deze vermakelijke maar vooralsnog ietwat banale kijk achter de schermen van het tenniscircuit. Dan zouden wij nogal wat andere scènes gemaakt hebben mochten ze ons gefilmd hebben 30 jaar geleden. Zo speelden we samen met Tom Vanhoudt in de ‘early days’ een satelliettornooi (een reeks van drie Futures-tornooien afgesloten met de Masters) in Israël. En op één van die etappes moest onze goede vriend tegen een piekfijn uitgedoste en van een coach voorziene – een rariteit in die allerlaagste regionen van het tennisbestel – Amerikaanse tegenstander uitkomen. Het werd 6-3, 6-4 voor Tom, een wedstrijd zonder veel verhaal. Maar dat kon van zijn modeste tegenstrever niet gezegd worden. Het betrof hier immers Eric Menendez, deel van een berucht broederpaar. Lyle en Eric hadden immers in de weken voor die tornooien in Israël hun ouders vermoord, om zich de erfenis wat sneller te kunnen toe-eigenen. Omdat ze het nogal breed lieten hangen en bovendien weinig duidelijk waren over hun alibi – ze waren zogezegd samen naar de cinema geweest maar konden weinig vertellen over de film die ze gezien hadden – werden de twee uiteindelijk op de rooster gelegd en aangehouden. Nadat Lyle werd opgepakt, moest Eric stante pede  vanuit Israël naar huis vliegen waar hem hetzelfde lot beschoren lag. U kan hun behoorlijk straffe levensloop sinds kort zien op Netflix: ‘Monsters: The Lyle and Eric Menendez Story’. Wij gaan dat sowieso eens uitchecken, wie weet komen we nog in beeld, daar wij tijdens die match van Tom zeer fotogeniek onschuldig zaten te wezen in de tribune. 

Een beetje fotogeniek wezen, dat moet ook Lionel Messi enkele keren per jaar doen om Saoedi-Arabië te promoten. Hij krijgt daar de niet onaardige som van 22,5 miljoen dollar (over drie jaar) voor. Het land probeert daarmee haar reputatie wat op te kuisen en de toekomst voor te bereiden. Ze doen dat trouwens ook door andere evenementen en competities te organiseren. ‘Sportwashing’ heet dat en ondertussen gingen de Formule I, het voetbal en golf reeds over stag. Als er veel geld in het spel is, dan kan tennis natuurlijk niet lang achterblijven. In 2019 was er al een demonstratietornooi, de Diriyah Tennis Cup waaraan David Goffin nog deelnam en dat winnaar Taylor Fritz eind vorig jaar met een miljoen dollar naar huis liet gaan, en dit seizoen verhuist de Next Gen ATP Finals (van Milaan) naar het losjes met mensenrechten omgaande land in het Midden-Oosten. Proper. In die veeleisende zoektocht naar alsmaar meer en vers kapitaal worden er niet zo heel veel vragen gesteld over de herkomst van of de context rond al dat geld. Kijk maar even naar de bocht die de WTA alweer maakt om Chinese tornooien opnieuw op de kalender te zetten. Ergens logisch daar het hier gaat om een prijzenpot van om en bij de 30 miljoen dollar (voor een tiental events). Nochtans is het rond Shuai Peng nog steeds oorverdovend stil maar in deze penibele tijden voor het damestennis is het ergens begrijpelijk dat ze alle bezwaren wegcijferen en zo’n grote markt niet links laten liggen. Om dat nog maar even te staven: de tweet over Zheng Qinwen zit ondertussen (de tijd van dit te schrijven) aan 135.000 weergaven…(onze haardos jammer genoeg aan 133 sprieten).
 

De wildcard (14/06/2023)

De overstap van gravel naar gras hebben wij altijd als bruusk ervaren. In 1997 speelden wij vier dagen na onze halve finale op Roland Garros in de eerste ronde van Queen’s tegen een Canadese dubbelspecialist, Daniel Nestor. Het was snel duidelijk dat wij de bompa op de baan waren daar wij leken te tennissen met een racket in de ene hand en een rollator in de andere, zo snel en onbeholpen ging het plots. Een jaar later huppelden we zeven dagen na onze kwartfinale in Parijs als een konijn op het plein rond in het Duitse Halle waar Tommy Haas ons de indruk gaf dat we toch voornamelijk wortel stonden te schieten. Om maar te zeggen dat we zelfs vandaag nog voorzichtig zijn als we van ondergrond veranderen. Ons grasgevoel is tegenwoordig wel voornamelijk gebaseerd op de blik in de ogen van de pony die we elke dag passeren tijdens onze wandeling met de hond en een zeer ver verleden.
 
Van Parijs, weliswaar via het mondaine Heppen; naar ’s Hertogenbosch is natuurlijk ook een niet te onderschatten aanpassing. Het gigantisme en chauvinisme van de French Open inruilen voor de knusheid van de Libéma Open vonden we echter niet direct zo erg. Alhoewel, van de autostrade naar Autotron – het vroegere themaparkje opgebouwd rond, jawel, de auto, waar het grastornooi wordt gespeeld – duurde zomaar eventjes drie kwartier (voor een kilometer afstand!). Blijkbaar haastte iedereen zich tegelijk naar de wedstrijd van David Goffin.

Dat deden wij uiteindelijk ook en daarbij botsten we op een kwieke kleuter en een surveillerende mama. Yanina Wickmayer kwam met een mooie titel uit Surbiton in de bagage afgezakt naar Rosmalen maar kon door haar zeven gewonnen wedstrijden in Londen niet deelnemen aan de kwalificaties hier. Ze liet er terecht haar glimlach niet voor. Die was trouwens heel even heel wat breder geweest. In haar speech na de finale van Surbiton feliciteerde tegenstandster Katie Swan haar immers met haar wildcard op Wimbledon! Blijkvaar werden vorig jaar vrijkaarten uitgedeeld aan de winnaars van Surbiton en Ilkley – herinner u Zizou Bergs! – en dus ging de hartslag van Wicky een tel of twee in overdrive. Ze was nog niet van de baan of mensen van de organisatie kwamen al aangespurt om te zeggen dat dat van die wildcard niet aan de orde was. Wickmayer overweegt nu  toch om een vriendelijk mailtje naar de Britse tennisbond te sturen met de vraag of die wildcard daar toch niet nog ergens rondslingert en of zij toevallig toch niet in aanmerking zou komen om die in ontvangst te nemen. Wij moedigden dat vanzelfsprekend aan, wie weet…Na onze halve finale op Roland Garros ’97 – een tornooi dat we in de kwalificaties aanvatte als nummer 123 of zoiets – hebben wij indertijd ook eens gepolst of een wildcard voor Wimbledon niet tot de mogelijkheden behoorde. Blijkbaar wordt die mail nog elk jaar getoond aan nieuwe stagairs op ‘The Championships’ als voorbeeld van de meest belachelijke en vergezochte aanvraag ooit.

Nu krijgen ze daar elke editie wel wat smeekbedes binnen, op de bureau aan Church Road. Zo ook een vraag voor een wildcard van David Goffin, de kwartfinalist van de vorig editie. Hij had tevens een poging gewaagd in Halle maar nul op het rekest gekregen. Het is een harde wereld. Goffin, die niet te spreken was over zijn partij tegen Bublik in Rosmalen vandaag, speelt volgende week in Ilkley. Waar er naast heel wat vertrouwen en ATP-punten dus ook een wildcard voor Wimbledon te winnen valt. Maar eigenlijk heeft de Luikenaar er geen probleem mee om de kwalificaties in Roehampton (plaatsingswedstrijden voor Wimbledon worden al een eeuwigheid daar georganiseerd om de banen te sparen voor het grote tornooi) te gaan spelen. Twaalf jaar geleden stond hij er ook al eens en verloor toen in de laatste ronde van Igor Sijsling. Die 35-jarige Nederlander coachte vorig jaar nog landgenoot Tim Van Rijthoven, die uit het niets het tornooi van Rosmalen op zijn naam schreef maar nu al vier maanden geblesseerd is, maar is daarmee gestopt en is nu zelf terug wat aan het tennissen. Hij verdient wat centjes met interclub in drie landen en heeft dit seizoen zelfs dubbel gespeeld in enkele ITF-tornooitjes in Singapore en Jakarta. Sijsling heeft geen ranking meer, zou hij een wildcard gekregen hebben?   

Verrassende legende (08/06/2023)

Eerst en vooral: petje af, of chapeau zoals ze in Parijs zeggen, voor de prestatie van Sander Gillé en Joran Vliegen. Hun eerste gezamenlijke kwartfinale op een grandslamtornooi – die op de U.S.Open tellen ze niet helemaal mee want dat was tijdens de corona-editie en dus met een kleiner deelnemersveld – werd vervolgd door een eerste plaats bij de laatste vier op Roland Garros. Prima werk van de dubbeltoppers die echt in uitstekende doen zijn. We hadden ze graag wat meer aandacht gegeven ware het niet dat wij, ten tijde van hun persmoment, stonden te zweten op de naar jaarlijkse gewoonte bijzonder hectische en met Franse zwier – chaos is ook een vorm van organisatie! – gehouden babbelmomentje met de deelnemers van de ‘Legends Trophy’. 
 
Wij waren daar om een erg fijn gesprek te voeren met Kim Clijsters maar stuurden ook enkele terloopse blikken naar de Argentijnse dames die voor ons stonden te paraderen. Gabriëla Sabatini (53) en Gisela Dulko (38) zijn prima geconserveerd museummateriaal. We zouden graag hetzelfde over onszelf zeggen maar toen een Franse journalist meende dat wij aan de andere kant van het touw hadden moeten staan, omdat we voor hem nog altijd een legende zijn, konden we niet meer dan stamelen dat we enkel nog een legende zijn in het mondaine Heppen, en dan nog. Een legendarische zwakke repliek, wij weten het, maar we waren verward. Want ineens, uit het niets, stond daar Andrei Medvedev voor ons om een goeiendag te zeggen. Andrei. Medvedev. Finalist op Roland Garros in 1999 (tegen Andre Agassi). Wij wisten dat hij van onze generatie was maar hebben eigenlijk totaal geen herinneringen aan de magische Oekraïner op het circuit. Dat hij die blijkbaar wel heeft van ons stemde ons even kinderlijk gelukkig als oprecht verbaasd.  

Minder verrast waren we toen we enkele dagen geleden op Instagram leerden dat Maryna Zanevska gebroken heeft met haar coach Geoffroy Vereerstraeten. De Brusselaar stond ruim tien jaar aan de zijde van de voormalige Oekraïense maar mag het slotakkoord niet uitzitten. Dit begint verdacht veel als een zwanenzang te klinken. Zanevska sukkelt al drie jaar met een rugprobleem – waarover ze niet wilde uitweiden – en lijkt klaar om binnenkort de handdoek te werpen. Zeer jammer voor haar en het Belgische tennis. Maar ondertussen timmert een opvolgster wel al naarstig aan de weg. Sofia Costoulas werkt sinds kort samen met Robbe Ceyssens, de vroegere coach en vriend van Elise Mertens, die tevens aan de slag is op het tenniscentrum in Wilrijk. Wij hebben een paar legendarische padelwedstrijdjes gespeeld tegen Robbe – geen idee wat dat hier mee te maken heeft – en hopen dat hij ook Sofia de oversteek kan laten maken naar het WTA-circuit. 

Even jong als Costoulas en misschien nog een tikkeltje veelbelovender is Alexander Blockx. Hij maakte maandag nog komaf met de twee jaar jongere Marokkaan Bennani in de tweede ronde van het juniorentornooi en toonde daarbij alles dat hij in zijn mars heeft: stevige opslag, geweldige forehand, prima benen en een goeie kop. Blockx is duidelijk gegroeid – letterlijk: zes millimeter sinds de Australian Open! – want speelt volwassen tennis in die Parijse kindertuin. Dat laatste mag je ook letterlijk nemen want het eerste reekshoofd bij de junioren struikelde over de vijftienjarige Darwin Blanch – een Amerikaan die in de academie van Juan Carlos Ferrero af en toe met Carlos Alcaraz traint – terwijl onze Noorderburen alle hoop op de veertienjarige(!) Thijs Boogaard richten. Van al die namen zullen er misschien enkelen uitgroeien tot legendes van het internationale tennis. En zullen ze dus over 30 jaar opgeroepen worden voor de ‘Legends Trophy’ op Roland Garros. Hopelijk komt er iemand dan goedendag zeggen tegen die man met zijn rollator…    

Dubbelspel (05/06/2023)

Onze rol hier op Roland Garros is dubbel: en tennis kijken en toppers (in spe) spotten. In beide zijn we na een week wel bedreven geworden. 

Terwijl we met één oog aan het kijken zijn naar het (uiteindelijk succesvolle!) gevecht dat Sander Gillé en Joran Vliegen aan het leveren zijn voor een plaats in de kwartfinale op Roland Garros zien we ook dat Elise Mertens (met Storm Hunter) – noblesse oblige! – in de achtste finale staat én Greet Minnen (met Anna Bondar) zelfs de kwartfinale van het dubbeltornooi heeft bereikt. Enig voor de Limburgers ook dat hun wedstrijd zaterdag op het laatste ogenblik naar de Court Philippe Chatrier werd geschoven zodat ze  even konden proeven van het grote toneel. Dubbelspel wordt vaak nog stiefmoederlijk behandeld en ook zo bekeken maar het kan titels en een aardige duit opleveren of een carrière in het enkelspel helpen lanceren. 
 
Daar werden wij nog eens op gewezen in de podcast ‘Dubbelspel’ waarvan we hier in Parijs de tweede editie – zéér leuk luistervoer alweer met een zéér fijne gast(e)! – inblikten. Onze partner in crime, Dirk Gerlo (Sporza), kaartte terloops aan dat ook wij onze loopbaan met een dubbelsucces waren begonnen. In 1993 pikten we, aan de zijde van Tom Vanhoudt, in het Kroatische vakantieoord Umag een eerste en enige ATP-titel mee door in de finale onder andere Francisco Roig, voormalig coach van Rafael Nadal en huidig begeleider van Sloane Stephens, te verslaan. De reden waarom wij zo goed voor de dag kwamen in Umag? Het tornooi wordt in een soort resort gespeeld en daar de matchen pas om 17h begonnen ging iedereen ’s avonds/’s nachts uit in de lokale discotheek om er de plaatselijke bevolking beter te leren kennen. Dubbel plezier dus!

Waar wij ook lol uit halen is het spotten van spelers in de restaurants die ook wij frequenteren. Begin van de week zaten we bij een Italiaan te eten naast Jannik Sinner en zijn entourage en enkele dagen later zagen we Ugo Humbert en Marcel Grannolers op dezelfde avond voorbij ons terrasje wandelen. De strafste stoot was weggelegd voor dubbeltopper Jaimy Murray die plotsklaps uit het gebouw tegenover ons hotelletje kwam gestapt. Altijd fijn om een bekende overbuurman te hebben. Xavier Malisse hebben we deze week dan weer niet tegen het lijf gelopen. Nochtans is onze voormalige ploegmaat wel een beetje bekend in Parijs omdat hij hier in 2004, samen met Oli Rochus,  op geniale wijze de dubbeltitel wegkaapte na een finale tegen Santoro-Llodra. Die Fransen, en hun chauvinistische achterban, hadden bij wijze van spreken al plaats gemaakt in hun prijzenkast maar kregen lik op stuk van de montere Belgjes. Wij zaten tijdens die eindstrijd op de eerste rij mee te genieten van hoe die jongens, nu negentien jaar geleden, het thuispubliek het zwijgen oplegden. ‘Schadenfreude’ blijkt geen Franse vertaling te hebben. Met wat Taylor Fritz hier vorige week moeten meemaken heeft, begrijpt u waarschijnlijk beter waarom het soms moeilijk spelen is met een lokale held (of twee) aan de overkant van het net. 

Misschien dat Alexander Blockx er ooit mee te maken gaat krijgen. Onze topjunior zagen we hier op Roland Garros, gepakt als een muilezel met spullen van zijn racketsponsor, voorbij struinen. Voor de ranke Antwerpenaar staan er hier twee zaken op het spel: ten eerste zal hij zich met niets anders dan de titel kunnen tevreden stellen, daar hij eigenlijk al op de proftour vertoeft en deze uitstap dus een uitdaging is om zijn evolutie nog eens bij de junioren in de verf te zetten. Ten tweede zou hij, mits een goed resultaat hier, het jaar in de top drie van de wereld kunnen afsluiten, wat dan weer een aantal wildcards voor challengers oplevert volgend seizoen. Interessant. Na zijn eerste ronde moest Blockx ons al meteen corrigeren – zo kan hij dat ook al gewoon worden! – door het volgende te zeggen: “Dat van die wildcards was sowieso al het geval door mijn zege op de Australian Open. Maar natuurlijk kom ik hier om te winnen.” Dat weten we dan ook weer.  Ergens geloven we toch dat Blockx bij een titel hier er dubbel zo hard van gaat genieten. 

Wilde uithaal (01/06/2023)

Die eerste dagen van een grandslamtornooi zijn altijd wild en hectisch met duizenden mensen, matchen en moeilijke momenten. Thiago Seyboth Wild maar ook onze Belgen kunnen erover meespreken. 

Thiago Seyboth Wild – schitterende naam! – beleefde dus een hoogdag door Daniil Medvedev te verrassen op de court Philippe Chatrier. Fantastisch moment voor hem. Hij mag er dan uitzien als een kruising tussen Roger Federer en Pedro Pascal, de acteur uit ‘Last of us’ en ‘Narcos’, maar in zijn thuisland loopt er een onderzoek naar huiselijk geweld tegen Seyboth Wild. Begrijpelijk dat de Braziliaan gisteren in de zevende hemel vertoefde en niet van die wolk wilde tuimelen toen er een vraag over de zaak gesteld werd. Maar het was ook begrijpelijk dat hij die vraag voor de voeten kreeg geworpen (omdat die kans zich anders zelden voordoet). Dat een lid van de entourage van Wild daarna de betreffende journalist ging bedreigen was dan weer niet gepast. 
 
Het is een delicate materie. Hoever mag een journalist in het privéleven van spelers gaan snuisteren. In hoeverre moeten vragen een gevoelige snaar raken? Maandag stonden Ysaline Bonaventure en Maryna Zanevska met tranen in de ogen ons te woord. Dat zorgt sowieso voor een ongemakkelijke sfeer en wij kunnen enkel maar toegeven dat een zekere terughoudendheid zich dan van ons meester maakt. Wij willen het mes niet dieper in de wonde steken, zelfs bij ons speelt dat litteken soms nog op. Terwijl Zanevska uiteindelijk niet dieper wilde ingaan op haar rugblessure liet Bonaventure zich helemaal gaan – wat ze op de baan niet had gedaan – bij het in de grond boren van zichzelf. Ze was ultra-klaar geweest voor haar eerste Roland Garros rechtstreeks op de hoofdtabel maar bleef 55 lange minuten volledig verlamd en zonder enige reactie. Nu zijn wij op dat gebied wel een beetje een ervaringsdeskundige en hadden we haar met plezier ons verhaal kunnen vertellen van onze eerste Roland Garros-ervaring (bij de junioren). 

Onze toenmalige trainer was bij Zuster Directrice, heilig hoofd van onze school, hemel en aarde gaan bewegen om ons, net voor de examens, nog even naar Parijs te laten gaan. Hij slaagde in zijn missie. Niet dat wij echt stonden te springen maar we kunnen wel spreken van een grandslamontmaagding. Het was kort, onpersoonlijk en niet echt aangenaam. We slaagden er niet in één bal fatsoenlijk te raken en werden hoofdschuddend naar de slachtbank gesleept. Op 45 minuten waren we terug bij af. Een Limburgse krant schreef de volgende dag dat ze hoopten dat we nog naar het Louvre waren geweest, zodat we nog iets aan onze uitstap hadden gehad. Dat hakte erin. En nee, we zijn niet naar het Louvre geweest, we hadden immers examen Frans. 

Wij hebben dus zelf gevoeld dat woorden soms pijn kunnen doen – over de haat die online gespuid wordt zullen we het een andere keer wel hebben – maar wij willen ook wel aanstippen dat het merendeel van de journalisten een zeker medeleven wil tonen voor de vele ‘losers’ (slechte woordkeuze!) in die eerste dagen van een grandslamtornooi. Het is een dunne lijn tussen (on)gepaste vragen stellen en correct het sentiment verwoorden. In dat opzicht moeten we nog een mea culpa slaan en een rechtzetting publiceren: Kirsten Flipkens werkt al sinds de Australian Open samen met Karolina Muchova en niet Indian Wells zoals we vorige keer schreven. We waren iets te wild met de dichterlijke vrijheid daar.